Myrkvar

rijd is gestreden,
veel heldenmoed getoond.
Onze daden worden bezongen
en onze strijdkreet klinkt voort.

I Viking
Ten strijde

In de verte de oude vijand,
dode lichamen liggen verspreid.
Bebloed en gehavend keren wij weder,
overladen met triomf.


03 Trollisfarne

Als een woeste horde,
stormen ze over het land.
De trollen uit het noorde,
op zoek naar rijkdom en goud.

En zie daar het heilig eiland,
het eindpunt van onze reis.
Beschermd alleen door christenhanden.
Grijnzend om christenbuit.

De trollen vergaren rijkdom,
doden iedereen in hun pad.
Dansend in hun bloed.
Ze omhangen zich met darmen,
terwijl ze lachen om de slacht.
Dansend in hun bloed.

Trollisfarne
Christenslacht
Trollisfarne
Christenbuit


04 Jagersmaan

Sluipend door het bos, ik voel me thuis.
Ik vervolg mijn pad, achter de schaduw aan.
En een takje breekt, ik word een met het bos.
En boven ons staat de jagersmaan.

De jacht gaat door, tot in het hart van het woud.
Dan zie ik wat ik zocht, een beweging in de nacht.
Ik verstijf, pak mijn boog en houd mijn adem in
En boven ons staat de jagersmaan.

De pees wordt gespannen,
de prooi schrikt nu op.
In de hals getroffen,
staat ze nooit meer op.

Sluipend door het bos, ik voel me thuis.
Ik vervolg mijn pad tot waar de maan mij brengt.
En boven ons staat de jagersmaan.
En boven ons staat de jagersmaan.


05 Den Ware Held

Dood. Hreidmars zoon is dood door Odins daad.
Fafnir en Regin willen wraak.
De schuld betaald in vervloekt elvengoud.

Sigurd en de draak,
hoort zijn strijdlied.
Sigurd en de draak.

Goud. Fafnir verraadt zijn vader om de schat.
Draak. Angst en achterdocht maakt hem een draak.

Sigurd, hij doodde de draak,
het hart gebraad, een bebloed gelaat.
In de grot, waar de schat wacht,
hij heeft de taak volbracht.

Van de dieren had hij gehoord,
en Regin voor eeuwig gesmoord.
Keerde terug naar zijn vaders hof,
den ware held zong men vol lof.


06 Wolftijd

Broeders bestrijden,
verslaan elkander.
Bloedverwanten,
bloedschande plegen.
Overspel heerst,
op heel den aarde.
En geen enkel mens,
zal de ander sparen.

Speertijd, zwaardtijd,
Schilden splijten.
Windtijd, wolftijd.
Eer de wereld vergaat.

Speertijd!
Wolftijd!


07 Geboren uit Oorlogslendenen

Zwaard in de had.
Krijgslust.
Einherjar,
in de lucht.
Ontmoet de vijand,
met helder bloed.
Als razenden moorden wij,
zoals Tyr dat doet.

Geboren uit oorlogslendenen!

Onstaan uit mijn vaders bloed,
en uit zijn toorn.
Overgoten met krijgersmoed,
heffen wij de hoorn.

Odin, neem ze allen!
Odin, heer van de speer,
leid mij de weg naar de vijand.
Geef me de eer om te strijden,
met moed, kracht en trouw.


08 Krijgers van Walhalla

Wij zijn klaar voor Ragnarok.
Vechtend in het ochtendgloren,
vechtend in het avondrood.
Wij zijn klaar voor Ragnarok.

In Walhalla strijden wij.
In Walhaale drinken wij:
...Kannen met bier.
...En mede hier.

Wij zijn klaar voor Ragnarok.
Uitgekozen door de Walkuren,
veel moed getoond tijdens de strijd.
Wij zijn klaar voor Ragnarok.

Wij zijn de Einheriar,
het leger dat naast Odin zal strijden.
Maar, tot die dag zullen wij drinken van de mede.
maar, tot die dag zullen wij eten van het vlees van Saehrimnir.

Ten strijde!


09 Helreid Brynhilde

Brynhilde:
Verwijt mij niet
gij trollenwijf,
dat ik vertoefde
op vikingtocht!
Van ons beiden
de beste ben ik,
waar van ons
de afkomst kent.

De reuzin:
Wat wilt gij
uit 't Walenlan,
weifelziek,
mijn huis bezocht?
Hoe vaak hebt gij,
schenkster van goud,
het bloed van helden
van uw hand gewist?

Brynhilde:
Ik wil u zeggen
hier uit de wagen
Gij, onwijze,
te weten begeert,
hoe 'k heb door
Gjuki's zoon,
mijn liefde verbeurd,
gebroken mijn eed.